home  

ZEVEN 33 60 / inzending Ymere prijsvraag voor stedebouw, beeldende kunst en landschapsarchitektuur / MIR-architekten ism Annet Bult / 2005

vraagstelling: hoe kunnen 100 archeologische vindplaatsen, waarboven niet gebouwd mag worden, identiteit verlenen aan Almere-Hout, een nieuw te bouwen stadsdeel van Almere ?

weerstand in de polder


De inzending: 100 stadstuinen vormen 'knoesten' in een rationeel poldergrid - waar een stadstuin ligt wordt het grid van straten opgerekt. Daarbij zwelt de bebouwing rond deze ruimte aan tot een hogere dichtheid en vormt een lokaal centrum met bedrijvigheid en voorzieningen.
Het kleurpalet van de openbare ruimte in Almere-Hout is hoofdzakelijk groen, blauw, grijs en zilver met in de parallelle straten een beplanting van zilverwitte abelen. De knoesten hebben elk een heel eigen beplantingsplan.
Elk van de 100 stadstuinen bestaat uit een veld en een muur. Er zijn 3 typen tuinen:

Zeven tuinen liggen aan de rand van de toekomstige bebouwing. De zeven tuinen markeren met een 50 meter hoge muur de uitgestrektheid van het toekomstige Almere-Hout. De muur wordt ingericht als uitkijkpunt, projectie- en/of klimwand. Het veld dient als reservaat voor ruige vegetatie en is ontoegankelijk.

33 poldertuinen duiden de hoogte van de zeespiegel door middel van een 5 meter hoge muur. Het veld dient als waterreservoir/buffer en biedt mogelijkheden voor openbaar recreatief gebruik. In de muur kunnen verschillende openbare functies worden ondergebracht, zoals een café, een bushalte, kerstbomenverkoop e.d.

60 scharreltuinen zijn functionele tuinen voor collectief gebruik. Deze tuinen worden aangelegd als een cascotuin met een muur van 3 meter hoog waarin basisvoorzieningen zijn opgenomen. Ze bieden mogelijkheden voor verschillende vormen van ongewoon ruimtegebruik.
Almere-Hout wordt gedurende een periode van 30 jaar van Noord naar Zuid ontwikkeld; de scharreltuinen zullen reeds worden uitgegeven in de vooraanleg.
Op het moment dat de bouwer het omringende gebied nadert wordt, in samenwerking met de bewoners/ gebruikers van de tuin, de knoest definitief ingericht. Het is de weerstand die de bouwer ondervindt, welke Almere-Hout haar identiteit verleent.
Om de ruimtelijke expressie te waarborgen is een aantal regels mbt de bouwvolumen geformuleerd.

In de eindronde werd gevraagd om 1 stadstuin verder uit te werken op basis van een vondst van verkoolde hazelnootresten, welke duidt op zeer vroege bewoning.
Ingegeven door het feit dat op de gegeven locatie momenteel een weiland met hobbypaarden is gesitueerd, hebben wij in de eindronde een scharreltuin uitgewerkt tot paardentuin.

De paardentuin:
Het veld wordt een stadsweide, omzoomd door een haag van een mengsel van verschillende variëteiten van de hazelaar Coryllus avellana. In vroeger tijden werden takjes van de hazelaar rond de akkers gestoken om de paarden te beschermen tegen het kwaad.
In de muur worden paardenstallen, een hooischuur, een zadelkamer, een poetskast en een kantine ondergebracht. Parallel aan de muur bevindt zich een monumentale drinkbak.
De verschijningsvorm van de hazelaar in de loop van de seizoenen levert het kleurenpalet van de gevels en belicht zo steeds weer andere aspecten van de architectuur.
De woningen hebben een dubbele ontsluiting; aan de straatzijde parkeert de bewoner zijn auto, aan de tuinzijde stalt hij zijn paard. De paardentuin is direct aangesloten op de Geest van Hout, een groene dwaalroute over de zeebodem die de verschillende stadstuinen verbindt met het bos.

Zeven 33 60 was één van de vier genomineerde inzendingen. De winnaar werd 'B+B architekten'.